Een buffer is spaargeld. Het is een reservepotje om onverwachte, grotere, noodzakelijke uitgaven te kunnen betalen. Zoals het vervangen van kapotte apparaten, reparaties aan uw auto, kosten van de dierenarts, niet vergoede zorgkosten of het betalen van een boete.
De onafhankelijke instantie NIBUD (Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting) heeft een hulpmiddel om te berekenen hoe hoog uw buffer zou moeten zijn. Dit is de bufferberekenaar. U vindt deze hier.
Er komen vaak best hoge bedragen uit van meer dan 2 maandinkomens. GSBB vindt dat een alleenstaande met een PW-uitkering (bijstand), een buffer moet hebben van minstens € 2.000. Bij een gezin moet dat echt wel meer zijn.
Veel mensen vinden het moeilijk om voor hun financiële buffer te sparen en in stand te houden. Maar om goed met geld om te gaan, moet je vooruit kijken. Hebt u geen spaargeld en er zijn onverwachte uitgaven, dan kunt u misschien niet op vakantie. Het kan zelfs zo zijn, dat u dan in de schulden komt. Een goede financiële buffer geeft u rust. En kan u problemen besparen.
Een bewind kan op verschillende manieren eindigen. We kunnen het in overleg afbouwen. U kunt ook zelf aan de rechter vragen om einde van het bewind.
Als we samen de wil en het vertrouwen hebben om toe te werken naar het door u zelf doen van de financiën, dan gaan we daarover praten. We maken daar samen een plan voor.
In dat plan staat wat u moet doen, zoals leren internetbankieren, hulp vragen als er geen bewindvoerder is, leren vooruit kijken, geen extra geld vragen maar zelf sparen. Als u begeleiding heeft, kan die u daar vaak mee helpen. Soms kan uw gemeente hier bij helpen, met een cursus of budgetcoach bijvoorbeeld.
In het plan staat ook wat de bewindvoerder zal doen. Daarbij kunt u denken aan:
Stel dat u wilt stoppen met bewindvoering. Of dat u wilt overstappen naar een andere bewindvoerder. Wat moet u dan doen?
Als dit bij u speelt, vinden we het fijn als u ons vertelt dat u bij ons weg wilt. Het is belangrijk om daar het gesprek over te voeren. Wij willen graag weten waarom u weg wilt. We willen met u nagaan welke mogelijkheden en risico’s daar voor u aan vast zitten.
Als u het zeker weet, dan moet u de rechter hier een brief over sturen. Daarin moet u goed uitleggen waarom u wilt stoppen met bewindvoering. Of misschien een andere bewindvoerder wilt. Dat komt omdat de rechter ons als uw bewindvoerder heeft aangewezen. Hij moet dan ook beslissen of we de bewindvoering mogen stoppen of dat je naar een andere bewindvoerder mag. De rechter zal ook onze mening vragen. De rechter wil namelijk van ons weten wat wij ervan vinden.
De rechter bepaalt of er een zitting komt, waarin wij uw verzoek bespreken. Soms neemt hij zijn beslissing zonder zitting. Soms vindt hij het goed dat u weggaat, soms niet. Soms twijfelt de rechter. In dat geval komt er vaak een proefperiode of afbouwperiode.
Stopt het bewind helemaal, dan krijgen we van de rechter een brief met de datum waarop u stopt. Wij vertellen de banken en allen van wie wij rekeningen betalen, dat ze vanaf die datum alles met u moeten doen. Wij maken een verslag van al uw inkomsten en uitgaven tot die datum. Dit heet een ‘Rekening en Verantwoording’. Daarin staat ook precies hoeveel geld u heeft. Dit verslag gaat naar u om te ondertekenen. U moet het er namelijk mee eens zijn. Als u het hebt ondertekend, sturen we het naar de rechter. Als de rechter het dan goedkeurt, zijn we helemaal van elkaar af. Als u niet zelf kunt ondertekenen, dan controleer de rechter het verslag voor u.
Als u overstapt naar een andere bewindvoerder, dan gaat veel op dezelfde manier. Wij nemen contact op met die andere bewindvoerder. We overleggen met hem wanneer hij alles van ons overneemt. Dat geven we dan door aan de bank en aan alle anderen die het moeten weten. We maken weer een ‘Rekening en Verantwoording’ die u moet ondertekenen. Deze moet goedgekeurd worden door de bewindvoerder en de rechter.
Als de rechter beslist dat u bij ons blijft, dan gaan we met elkaar praten. We bespreken of we misschien andere afspraken moeten maken. We zoeken in ieder geval een manier om zo goed mogelijk met elkaar verder te gaan.
Uw vakantiegeld is úw geld. Maar dat betekent niet dat wij het altijd direct aan u doorbetalen. Als u weinig geld heeft, beslissen we meestal een deel te sparen. Ook moeten we het soms gebruiken om schulden af te betalen.
De bewindvoerder beslist welk deel u direct ontvangt en wat gebruikt wordt voor andere dingen. Dit gaat zo veel mogelijk in overleg met u of op basis van een afspraak die we eerder met u gemaakt hebben.
Eén op de drie Nederlanders zet geen geld opzij voor onvoorziene uitgaven, zoals het stukgaan van een wasmachine of auto. De helft van de Nederlanders maakt zich zorgen over zijn toekomstige financiële situatie. Er zijn veel mensen die weinig geld opzij hebben kunnen zetten.
Als bewindvoerder vinden wij spaargeld (een buffer) echt belangrijk. We zien elke dag wat een ellende er kan komen als uw geld helemaal op is. Dat willen we niet.
Het sparen voor of aanvullen van uw buffer staat voor ons dus hoog op de lijst. Maar het is niet het belangrijkst.
Op de eerste plaats staat altijd uw leefgeld, zodat u boodschappen kunt doen.
Het betalen van uw vaste lasten (zoals huur, energie en verzekeringen) staat op twee.
Als er daarna niets is om opzij te zetten, doen we dat niet. Wel gaan we dan met u in gesprek hoe we kunnen zorgen dat er ruimte in uw budget komt. We wachten niet tot het misgaat. Juist als u weinig geld heeft is het belangrijk om iets achter de hand te hebben.
Bijvoorbeeld: wij vinden een financiële buffer meestal belangrijker dan bijvoorbeeld een vakantie, een dagje Efteling of een feest. We vragen u om op een andere manier aan kleding te komen als u geen geld heeft om nieuw te kopen. Voor dit soort “normale” uitgaven willen we uw buffer niet gebruiken.
U mag van ons verwachten dat wij goed naar u luisteren en afwegen wat in uw situatie verstandig is.
Voor de rechter een bewind stopt, wil deze weten of u het echt (weer) zelf kunt. Dat is om u te beschermen tegen de gevolgen van een overhaaste beslissing. Als u dat niet goed kunt aantonen stelt de rechter vaak een afbouwperiode voor.
Wij kunnen zo’n afbouwperiode in overleg met u vormgeven. U krijgt meer vrijheid. Wij zullen minder voor u doen, maar we houden wel in de gaten of het goed gaat. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit te doen. Wat voor u de beste mogelijkheid is, hangt af van uw situatie. Afspraken die we vaak maken zijn:
De opdrachten die wij u geven zijn gebaseerd op de "NIBUD competenties". Dit zijn dingen die u moet kunnen om goed voor uw eigen geld te kunnen zorgen. Dit zijn:
Na het afbouwtraject bespreken we de resultaten. Wij kunnen dan een goed advies aan de kantonrechter geven of wij een einde van het bewind verstandig vinden. Vaak kunnen we u dan feliciteren: uw financiële situatie is gezond, u hebt laten zien dat u het zelf kunt. De rechter zal beslissen dat het bewind eindigt.
Het kan ook tegenvallen. Uw geld is bijvoorbeeld steeds sneller op dan u denkt. U heeft uw geld aan verkeerde dingen uitgegeven. Of er zijn mensen die financieel misbruik van u maken. Dan zullen wij de rechter schrijven dat het het volgens ons beter is dat het bewind blijft.
Misschien bent u het niet met ons eens. U kunt dan toch aan de rechter vragen het bewind stop te zetten. De rechter nodigt ons dan samen uit voor een gesprek (zitting) en neemt een beslissing.
Als u zo’n grote uitgave wilt doen, kunt u ons het best bellen. We bespreken uw wens dan eerst met elkaar. Wij kunnen u dan vragen wat u precies wilt. We bespreken wat mogelijk is. Soms vragen we of het niet anders kan. We zetten met u op een rij wat de verwachte kosten zijn. En als er niet genoeg geld voor is, zeggen we dat eerlijk tegen u. Als u een begeleider heeft, overleggen we het meestal ook met uw begeleider.
Heeft u genoeg geld en wij vinden het verstandig dat u de uitgave doet, dan moeten wij soms de rechter om een machtiging vragen. Op de goedkeuring van de rechter moet u dan meestal een paar weken wachten. Heel soms moeten we met u naar de rechtbank om uitleg te geven.
Als de goedkeuring er is kan de koop doorgaan. Vaak spreken we af dat de rekening naar ons gaat. Wij zorgen dan voor de betaling.
Als u een klacht heeft, kunt u het best eerst in overleg met uw bewindvoerder naar een oplossing zoeken. Komt u er samen niet uit, dan kunt u een bezwaar of een klacht indienen. Hoe dat werkt, leest u hier.